Selecteer een pagina

Mijn diensten in het Erasmus MC zijn meestal heel prettig. De taken die ik heb zijn niet altijd even uitdagend, maar het patiëntcontact en goede collega’s maken het werk altijd leuk. Het is opzich een bijzondere ervaring om als Surinamer in een ziekenhuis te werken met overwegend Nederlandse collega’s. Dat brengt allerlei bijzondere momenten met zich mee, zoals wanneer iedereen hard z’n best doet mijn naam goed uit te spreken. Nu moet ik zeggen dat ik bij uitstek een moeilijke naam heb, zodat ook in Suriname veel mensen het weleens verkeerd uitspreken. Onze gesprekken kunnen over van alles gaan en vinden vooral plaats tijdens het schaften. Zo ook dit gesprek. De gebruikte namen zijn fictief.

Het is half zeven ‘s avonds en we zitten allemaal aan ons avondeten. Dan wordt er meestal nog wel gepraat over van alles, niet zelden over hoe het werk tot nog toe verloopt. Ineens gaat onze pieper. Meneer Lopez* belt. “Oh die zal wel klaar zijn met vernevelen”, zegt een van de verpleegkundigen. “Hij deed daar zo moeilijk over vandaag”, vervolgt ze. “Hoezo?” vraagt een collega. “Ja, hij wilde perse zo een vernevelmasker hebben zoals hij gisteren had, maar daar zouden we nu juist mee stoppen.” Ik volg het gesprek maar halfjes terwijl ik bezig ben met m’n patatjes en saté (jawel, met hollandse satésaus!) en tegelijk probeer ik op een A4tje uit te werken hoe ik in hemelsnaam acht tentamens in de komende drie maanden goed ga afwerken. “Oh wat heb je gedaan dan?” vraagt een andere verpleegkundige die tegenover me zit. “Nouja, gewoon gezegd dat we dat niet meer zouden doen en dat hij prima het vernevelpijpje zelf in z’n handen kan houden”, antwoordt ze. “Ja precies, goed gedaan ook. Hij komt uit Curaçao he.. liever lui dan moe”. En dan stop ik. Ik leg m’n papiertje op tafel en kijk naar de rest rondom de tafel. Even lijkt het stil te zijn. Even denk ik dat een (Chinese) collega die naast mij zit ook gek kijkt, maar ik kan het niet zeker weten. Zal ik hier iets over zeggen of vragen? Moet ik nu echt degene zijn die de sfeer voor de rest van de avond verpest? Ik zie mezelf al: “Oh wat bedoel je daarmee?” op de meest zachte en goedgezinde manier die ik maar kan bedenken. Ik krijg mezelf niet zover om dat te doen en de rest van de tafel schijnt totaal niet geraakt te zijn door wat daarnet is gezegd. Het gesprek gaat alweer over een ander onderwerp.

Ik heb in principe net zoals elke andere dienst gewoon prettig gewerkt met iedereen en er is verder geen probleem geweest. Iedereen heeft gewoon netjes gedaan wat ie moest en het was ook nog eens gezellig om samen te werken. Toch blijft die bewuste zin me de hele dienst bij. Daar moet ik iets over zeggen denk ik steeds. Het gaat niet eens echt om racisme. Of misschien wel. Ik heb wel vaker van (gekleurde) medestudenten gehoord dat er af en toe uitspraken gedaan worden over allerlei soorten patiënten en hun families, maar hoe kan iemand met zoveel gemak zo een denigrerende opmerking maken? Liever lui dan moe. Een eerlijkere vergelijking is volgensmij toch wel: liever geen slavernij dan wel. Liever geen (post)koloniale depressie dan wel. Liever een eigen land dan een vakantieresort van een ander. Liever een eigen bestuur dan een onbekende witte koning van de andere kant van de wereld. In de korte jaren die ik intussen in Nederland heb doorgebracht, gecombineerd met het opgroeien in een land dat nog steeds worstelt met de gevolgen van honderden jaren van onderdrukking, afpersing, slavernij, kolonialisme, etnische verdeling en noem maar op als gevolg van acties van het land waar ik nu woon, is er een ding duidelijk geworden: in het algemeen genieten Nederlanders (en er zijn gelukkig ook uitzonderingen) een soort collectieve en selectieve amnesie over hun rol in de wereldgeschiedenis en de gevolgen daarvan. Niet de apartheid in Zuid-Afrika, niet de leegroof van West-Afrika, niet de slavernij in de Amerikas, niet de opiumepidemie of genocide in Indonesie, niet de ontheemding van de Molukkers, niet de (postkoloniale) neergang van Suriname en zeker niet de ondoorgrondelijke armoede op de Antillen is de schuld of zelfs het platonische gevolg van Nederlandse acties. Nee, de rijkdom in Nederland is verkregen door een oranje koningshuis dat haar volk met heldendaden heeft versterkt en door handelsschepen die op een eerlijke en oprechte wijze de wereld van producten konden voorzien. De innovatieve en progressieve houding van Nederland ten opzichte van bijvoorbeeld het homohuwelijk is een sprekend voorbeeld van hoe slecht iets als discriminatie, laat staan racisme, bij haar past!

Ik heb gelukkig ook wel Nederlanders ontmoet, met name jongeren, die zich juist zeer bewust zijn van het verleden en de consequenties die dat heeft gehad en nog steeds heeft voor verschillende groepen mensen in onze wereld. Dat geeft me hoop dat steeds meer mensen zullen gaan begrijpen dat hoewel de huidige generatie van Nederlanders niet zelf schuldig is aan de gruweldaden van het verleden, zij wel de privilege bezit daar onbewust en onschuldig van te profiteren. Dat omgekeerd het nageslacht van de onderdrukten ook opgescheept zit met de soms onzichtbare gevolgen van honderden jaren van imperialisme. Ook onder deze groep, de Surinamers en Antillianen en alle andere (oud) onderdanen van het Nederlands Koninkrijk is het gros zich vaak niet bewust van de voortslepende gevolgen die het zwarte verleden met zich meebrengt voor oa. de economie, voor het sociaal leven en zelfs voor de emotionele belevenis van ons, het nageslacht. Het zijn gedachten die als Jaap’s bonenstaak de lucht in schieten en onophoudelijk groeien en in m’n gedachten blijven ronddwarrelen terwijl ik m’n werk op de afdeling afmaak.

“Hij komt uit Curaçao he.. liever lui dan moe”

Rond 22u ben ik klaar met alle vaste taken en zit ik nog even achter een pc om wat huiswerk te maken. Eigenlijk zit ik in m’n hoofd te ijsberen, na te denken over wat ik zou moeten zeggen, wat ik zou moeten vragen. Het enige dat in Nederland erger is dan de niet-bestaande racisme, is iemand verwijten van racisme. Ho-ho maar. Alleen al het idee dat jij vindt dat iemand anders zich racistisch opstelt of zelfs maar etnisch onderscheid maakt, schijnt door zo een enorme taboe omkleed te worden dat de meeste gekleurde studenten die ik ken zich er niet aan wagen. Het wordt eens tijd dat ik naar huis ga. “Fijne avond iedereen!” Ik krijg het niet over m’n hart het incident van eerder aan te halen. Terwijl ik over de gang van de verpleegafdeling loop naar de back-office, besef ik dat ik hier de hele nacht wakker van zal blijven. Ik ga mezelf zo stom vinden als ik niet op z’n minst vraag wat m’n collega nou bedoelde. Ik loop terug, nu met iets meer voortvarendheid. De verpleegkundige die ik moet hebben is net klaar met haar administratie en is aan het babbelen met een collega. “Hey, kan ik jou nog even spreken?” vraag ik. Natuurlijk kan dat. “Toen we een paar uurtjes geleden samen aan het eten waren, zei je iets dat me opviel.” Ze kijkt me aan en het lijkt erop dat ze al weet waar ik het over wil hebben.

Jij zei dat die patiënt uit Curaçao kwam en dus liever lui dan moe was. Dat vond ik maar gek klinken. Waarom zou je zoiets zeggen?
Ze lijkt te glimlachen, aarzelt een beetje en zegt dan “Hij komt ook echt uit Curaçao en hij is ook echt zo’n type weet je.”
Ik kijk haar vragend aan. “Wat bedoel je?
Nou zo iemand die dan graag naar je bil kijkt of foute opmerkingen maakt,” zegt ze met dezelfde glimlach op haar gezicht.
Oh.. dat is wel erg.” Ik pauzeer even. “Toch snap ik die generalisatie niet. Bedoel je nou dat hij zo is omdat hij uit Curaçao komt? Omdat iemand zich niet weet te gedragen kun je toch niet zulke conclusies gaan trekken?
Nouja.. het is opzich wel een beetje hun cultuur toch?”

Het gaat niet eens echt om racisme. Of misschien wel.

Het is hun cultuur… Waar heeft zij het nou over? Ik weet op dat moment niet of ik boos moet worden of moet proberen uit te leggen dat ze het mis heeft of zelfs medelijden moet tonen met haar kortzichtigheid. Is het omgekeerd dan de cultuur van alle Nederlanders om zwarte mensen uit te schelden omdat een stelletje hooligans dat tot hun leefsstijl heeft gemaakt? Zijn alle oudere Nederlandse mannen die op vakantie gaan naar Afrikaanse of Aziatische landen ook pedofielen?

Nou… ik weet niet of dat waar is, maar ik vond die opmerking in ieder geval niet netjes“, zeg ik.
Ja.. dat was misschien dan m’n frustratie naar de patiënt toe, daar zal het wel vandaan komen.
Ja, dat kan ik misschien wel begrijpen. Maar ik vind het nog steeds heel fout. Liever lui dan moe…dat is zo denigrerend.”
Oke, dat snap ik wel.”
Goed, ik ben in ieder geval blij dat we hier even over gesproken hebben. Ik denk dat we mekaar enigzins snappen.

Ik had haar graag zover gekregen dat ze ook echt een vorm van excuses had aangeboden of had gezegd dat ze het niet meer zou doen, maar zover kwamen we niet en zoveel zin of tijd had ik niet. Ik ken die man niet, ik kom niet uit Curaçao en ze heeft mij niet beledigd, maar ze heeft wel even een heel volk gedegradeerd tot een enkele zin terwijl haar collega’s zich daar niets van aantrokken. Wat zal zij of zullen andere collega’s wel zeggen over Surinamers wanneer ik er niet bij zit? “Want de fout moeten ze vooral niet maken om wel op een dergelijke wijze iets denigrerends te zeggen over Surinamers waar ik erbij zit”, besef ik later. Dan krijgen we ruzie, maak ik melding van racisme en dan mogen ze maar een oplossing gaan zoeken of aan mij proberen uit te leggen hoe racisme geen deel uitmaakt van onze werkplek. Ach… het zijn boze gedachten. De waarheid is dat ik helemaal geen melding wíl maken van racisme, net zoals ik helemaal geen lastig gesprek wilde aangaan met m’n collega over zo’n lelijke opmerking. Ik wil gewoon dat niemand zulke dingen zegt of denkt. En zelfs als iemand zulke duistere gedachten heeft of oprecht gelooft dat ie gelijk heeft, dan nog hoeft niemand op het werk daar deelgenoot van te worden. Een beetje wederzijds respect gaat heel ver.

Mijn diensten in het Erasmus MC zijn meestal heel prettig. Vanavond was het net anders dan ik zou willen, maar morgenochtend ben ik weer hier en dan starten we gewoon opnieuw.

Ferayed Hok